In de lente ontwaken de vleermuizen weer uit hun winterslaap en vliegen ze weer uit. De mergelgrotten zijn een geliefde overwinteringsplaats en uit recente tellingen blijkt dat hun aantallen hier in de regio weer zijn toegenomen. Soorten zoals de Watervleermuis en de Baardvleermuis zijn het meest vertegenwoordigd. Het aantal Franjestaarten is afgenomen, maar de bruine Grootoorvleermuis heeft een individueel record gevestigd. Ook het aantal Ingekorven Vleermuizen blijft maar stijgen. De opvallendste waarneming is ongetwijfeld de grote Hoefijzerneus, een vleermuissoort die in België als uitgestorven werd beschouwd, maar sinds enkele jaren weer voor het eerst in de regio werd aangetroffen.
Vleermuizen in “De Grotten van Kanne”
Ook bij ons in Groeve het Avergat werden er, weliswaar voor het eerst, vleermuizen geteld. Onze groeve is een echte “gebruikersgroeve” met veel activiteit van rondleidingen en de champignonkweek. Daarom werd deze door de vleermuistellers aanvankelijk niet als interessant beschouwd. Maar “Het Avergat” is véél groter dan alleen de gebieden die in gebruik zijn en een melding van een vale vleermuis bracht hier dit jaar verandering in. Tijdens de telling werden er in totaal 43 vleermuizen aangetroffen, waarvan de helft Brandt’s vleermuizen (M. mystacinus/brandtii). Daarnaast werden er enkele watervleermuizen, Franjestaarten, ingekorven vleermuizen en 2 Bechsteins vleermuizen geteld. Laatstgenoemde is een van de zeldzaamste vleermuissoorten in Vlaanderen, wat een grote opsteker is voor het Avergat.
Vleermuizen en Corona
Het gaat dus goed met onze gevleugelde grotbewoners. Jammer genoeg gaat het niet zo goed met hun imago. Dat heeft namelijk een flinke deuk gekregen sinds ze gelinkt worden aan de uitbraak van het corona-virus. De ongerustheid bij vele mensen lijkt toe te nemen wanneer ze een vleermuis aantreffen, maar is dat wel nodig?
We kunnen niet ontkennen dat vleermuizen virussen met zich meedragen. Ze hebben nu eenmaal een uniek metabolisme wat ze de perfecte gastheer maakt. Het covid-19 virus toont genetische overeenkomsten met het virus dat bij een specifieke Aziatische vleermuissoort wordt aangetroffen. Er zijn geen bewijzen dat er een rechtstreekse overdracht gebeurde naar de mens, maar het gaat om een mutatie met een tussengastheer. Het is belangrijk om te weten dat de Aziatische vleermuispopulatie niet in contact staat met de Europese vleermuispopulatie. Gelijkaardige virussen zijn hier in de Europese vleermuispopulatie vooralsnog niet aangetroffen. Wél is er al langer bekend dat ze mogelijke drager kunnen zijn van het hondsdolheid-virus. Daarom mag je dan ook geen vleermuizen aanraken, net zoals je buiten Europa ook best geen honden aanraakt, omdat ze mogelijk het hondsdolheid-virus kunnen overdragen.
We hoeven dus helemaal niet bang te zijn voor de vleermuizen. De enige regel blijft wel dat je ze niet mag aanraken. Desondanks ze bijzonder vredelievend zijn, kunnen ze bij (verkeerde) aanraking zodanig schrikken dat ze kunnen bijten.
De kans dat we tijdens de rondleiding een vleermuis tegenkomen is overigens ook zeer klein. In de zomer komen ze nauwelijks in de mergelgrotten en voor hun winterslaap verkiezen ze de plekjes in de groeve waar haast niemand komt. Oh en de mythe dat ze in het haar vliegen kunnen we ook ontkrachten. Maar niets belet je natuurlijk om tijdens de rondleiding een stijlvolle hoed te dragen.
Geef een reactie